Wat moet je weten voor een hondenshow

Het lijkt je leuk om met de hond mee te doen aan een hondenshow. Begin dan zelf met je hond te beoordelen en let er bij een reu op dat hij alle twee de teelballen heeft, met één of zonder krijgt hij namelijk geen beoordeling op de show.

Het is zinnig om eerst te oriënteren wat je wilt bereiken op een hondenshow. Vindt je het gewoon leuk om een keertje mee te doen en hoe je pup/hond beoordeeld wordt of wil je meedoen aan meerdere shows om iets met je hond te bereiken.

Vaak is het verstandig om eerst een keert bij een hondenshow te kijken, je hebt dan rustig de tijd om wat rond te neuzen, te zien hoe alles werkt en de hond kan wennen aan de show zelf. Voor de hond zijn er heel veel indrukken op een show, luchtjes, lawaai en heel veel honden. Als je een hondenshow wilt bezoeken met je hond kun je het best vooraf informeren of bezoekershonden worden toegelaten.

Als je nog nooit een aan een show hebt meegedaan is het prettig om eerst een keertje met een clubmatch mee te doen of een jonge hondendag van de rasvereniging. Op zo’n jonge hondendag gaat alles vaak wat speelser en kun je adviezen van de fokker krijgen. Je kunt ook aan een cursus ringtraining doen om te oefenen voordat je naar een hondenshow gaat.

Inschrijven voor een nationale of internationale hondenshow.

Als je een hondenshow hebt uitgekozen waar je aan mee wilt doen moet je het volgende doen:
– Je dient de hond voor de show in te schrijven, dit kan online, maar ook nog schriftelijk. Let altijd op de uiterste datum dat je in kunt schrijven.
– Op het inschrijfformulier krijg je direct te maken met het invullen van allerlei gegevens. Zo moet je de naam van de hond, maar ook die van de ouders van je hond, stamboomnummer en de fokker invullen.
– Je moet ook nog een klasse kiezen waarin je wilt meedoen. Hieronder staan de verschillende klassen op een rij. Let op, de beslissende datum voor de leeftijd van de hond is de datum waarop de hond wordt geshowd!

Gelijktijdig met de verzending van de inschrijving dien je de betaling over te maken voor de show. Na verloop van tijd krijg je een bevestiging van de inschrijving. Enige weken voor de show ontvang je een deelnemerskaart en catalogusnummer voor de show. Controleer ook of je hond nog voldoende gevaccineerd is ten tijde van de show.

We gaan naar de hondenshow

Zorg dat je op tijd van huis gaat. Op een show die om 10 uur begint dien je uiterlijk om half 10 binnen te zijn en je nummer in de ring opgehaald te hebben, begint de show om half 10, dan moet dit om 9 uur al gebeurt zijn. Deze tijden zijn enkel richtlijnen, lees altijd goed het tentoonstellingsreglement, het verschilt per show. Liever een half uur te vroeg aanwezig, voor je eigen gemoedsrust en die van de hond. Het kan stress schelen als je een dag van te voren de spullen klaar legt die je mee wilt nemen naar de hondenshow.

Wat nemen we voor de hond mee:

Deelnemerskaart;
Dierenpaspoort;
Halsband en riem (en eventueel showlijntje);
Veiligheidspeld voor deelnemersnummer;
Borstels/kammen;
Flesje water + drinkbak;
Eten (voor de hond na de keuring);
Beloning;
Handdoek;
Speeltje;
Poepzakjes;
Eventueel kleedje.
Eventueel klapstoeltje.

We zijn op de hondenshow

Eenmaal op de show aangekomen kun je via de hondeningang naar binnen. Laat je deelnemerskaart zien en eventueel het vaccinatieboekje van je hond. Bij deze ingang staat ook altijd het standje met de catalogus, welke je direct krijgt.

Zoek even een rustig plekje en kijk in de catalogus in welke ring je de hond  moet showen en ga dan naar deze ring om het startnummer te halen, als je niet direct aan de beurt bent kun je aan de medewerkers achter de tafel in de ring vragen hoe laat zij verwachten dat jou hondenras aan de beurt is. Maar let op,  je wordt niet omgeroepen, het op tijd bij de ring zijn is en blijft je eigen verantwoordelijkheid.

De Keuring

In de catalogus staat de volgorde van de klasse. De ringmeester roept de nummers af die in de ring verwacht worden. In de ring lopen alle honden van de klasse een paar rondjes, het laagste nummer loopt voorop, de hond loopt links van de handler, dus tussen jou en de keurmeester. Daarna wordt iedere hond uit de klasse individueel gekeurd. Het is de bedoeling dat je bij de individuele keuring jouw hond zo neerzet dat de keurmeester hem van opzij kan zien.

De keurmeester kijkt naar het totaalbeeld, het gebit, hoekingen, verhoudingen, gangwerk e.d. Om het gangwerk te beoordelen zal de keurmeester jouw hond willen zien draven. Als de keurmeester klaar is met het keuren van je hond mag je in de ring achteraan de rij aansluiten.

Het blijft belangrijk dat je hond netjes blijft staan, want ook tijdens het keuren kijkt de keurmeester naar alle honden in de klasse. Is iedere hond individueel gekeurd dan moeten alle honden mooi staan en plaatst de keurmeester de beste honden.

De keurmeesters kan de volgende kwalificaties geven: U = Uitmuntend; ZG = zeer goed; G = goed en M = matig. Voor honden in de baby- of puppyklasse gelden andere kwalificaties: VB = veel belovend; B = belovend; WB = weinig belovend.

Beste reu, teef en beste hond van het ras

De reuen worden altijd eerst gekeurd, daarna de teven. Aan het eind van de keuring van alle klassen van de reuen wordt de beste reu gekozen. De nummers 1 van alle klassen komen dan weer in de ring, mits zij een uitmuntend hebben gekregen, de keurmeester laat de honden weer even lopen en bekijkt ze nogmaals, waarna hij tot plaatsen overgaat. De nummer 1 krijgt het CAC (en eventueel het CACIB)(dit zijn kampioensprijzen).

De nummer 2 uit de klasse waaruit de nummer 1 kwam mag bij de andere honden in de ring komen om mee te doen voor de plaatsing van nummer 2. Deze hond krijgt het reserve CAC (en eventueel het reserve CACIB). Dit gebeurt ook bij de teven.

Tot slot wordt de beste van het ras (BOB) gekozen. De beste reu en de beste teef komen samen in de ring en de keurmeester kiest de BOB. De BOB komt op het eind van de dag uit in de erering. Tijdens de erekeuringen strijden de beste honden van elk ras per rasgroep tegen elkaar om beste van hun groep te worden. De beste van alle rasgroepen strijden later weer tegen elkaar om beste van de hele tentoonstelling te worden.

De baby- en puppyklasse doen niet mee met de plaatsing van de beste reu en beste teef. Zij krijgen wel een keurrapport, maar kunnen alleen een veel belovend en belovend of weinig belovend krijgen.

De honden met een veel belovend dingen mee naar beste pup of beste baby.

Te behalen titels in Nederland

Nederlands Kampioen – Kort gezegd, u moet 4 CAC’s hebben onder 2 verschillende keurmeesters. Een CAC haalt u als uw hond beste teef of reu wordt. Een reserve CAC haalt u als uw hond 2e wordt. Slechts 1 CAC voor deze kampioenstitel mag bestaan uit 4 res. CAC’s.
Jeugdwinner – alleen te behalen op De Winner in Amsterdam – hond moet uitkomen in de jeugdklasse, de beste teef en de beste reu wordt in de jeugdklasse gekozen en deze krijgen beiden, mits ze uitmuntend hebben behaald de titel Jeugdwinner.
Winner – alleen te behalen op de Winner in Amsterdam, beste teef en de beste reu worden gekozen en beiden krijgen, mits zij een uitmuntend hebben behaald, de titel Winner.

Per 1 januari 2006 zijn er de volgende nieuwe titels ingevoerd:
Nederlands Jeugd Kampioen – Deze titel krijgt een hond als hij 3x met een uitmuntend de jeugdklasse heeft gewonnen onder tenminste twee verschillende keurmeesters. De pup moet tussen de 9 en 18 maanden zijn om haar in de jeugdklasse in te mogen schrijven.
Clubwinnaar – Deze titel krijgt de hond als hij beste van het ras wordt op de kampioensclubmatch die door de rasvereniging is georganiseerd.
Nederlands Veteranenkampioen – Deze titel krijgt de hond nadat hij drie maal een eerste plaats met een uitmuntend heeft behaald in de veteranenklasse onder minimaal 2 verschillende keurmeesters.